Warme Baarden, Diepe Jungle & De Ultieme Uitdaging - Reisverslag uit La Paz, Bolivia van Koen Linders - WaarBenJij.nu Warme Baarden, Diepe Jungle & De Ultieme Uitdaging - Reisverslag uit La Paz, Bolivia van Koen Linders - WaarBenJij.nu

Warme Baarden, Diepe Jungle & De Ultieme Uitdaging

Door: Koen

Blijf op de hoogte en volg Koen

14 Augustus 2017 | Bolivia, La Paz

Ola chicos! We beginnen aan het tweede deel van ons avontuur: een maand in Bolivia! Net als we een beetje begrijpen hoe Peru in elkaar zit, we kennen nu het verschil tussen een alpaca en een lama en het geheim zit hem in de bananenoren, pakken wij een busje de grens over naar de buurman. De verhalen over Bolivia, met veel liefde opgerakeld door onze Mario Kart-verslaafde kapibaravriend thuis in Nederland, hebben onze dromen flink aangewakkerd, en wij zijn benieuwd naar de avonturen die wij zullen beleven. Terugkijkend naar deze afgelopen maand in Bolivia denk ik dat het een van de meest intense periodes in mijn leven is geweest; het feit dat deze blog bijna net zo dik is geworden als alle Harry Potters bij elkaar zegt denk ik genoeg.

We komen het land binnen nabij Copacabana, een vakantieoord aan een reusachtig meer, maar dan in Boliviaanse stijl. Als ik zeg Boliviaanse stijl dan bedoel ik dat het een stuk simpeler, soberder, en goedkoper is, want Bolivia, het armste land van Zuid-Amerika, doet wat het kan om de toeristen een gevoel van vakantie te geven maar eigenlijk is het het soms gewoon net niet. Met veel liefde serveren ze koude pizza, de douches zijn meestal half koud en het locale eten is niet best. We zien jongetjes die in vol ornaat de straat op plassen, nog net niet over de appels en bananen van het groentekraampje van hun moeder heen. Het is een beetje als continu kamperen maar dan binnen, in dit toch wel hele arme ontwikkelingsland. Het is echt de natuur waarvoor je hierheen komt, want die is wonderlijk mooi.

We pakken een bootje naar Isla del Sol, een eiland op het meer waar volgens de legendes de Incagoden hun oorsprong vonden, slapen een nachtje in een door een jongetje van 6 beheerd 'hostel', wandelen wat rond en kijken de zonsondergang. Even bijkomen, wennen aan de cultuur en opladen voor het volgende avontuur.

Want het avontuur dat komen gaat is een epische, een ode aan alle avonturen die zijn geweest en nog komen gaan, al is het maar om de kou die wij zullen gaan beleven op de hoogste hoogvlakte van de Andes: een driedaagse jeeptocht door de meest bizarre landschappen van Zuid-Amerika. Het is een waar paradijs voor geografen, die helaas niet in ons gezelschap verkeerden maar waarvan ik verwacht dat ze een toptijd hadden gehad en ons veel hadden kunnen leren. In plaats daarvan vormen wij zelf onze wetenschappelijke theorieën over de omgeving, briljant in hun eenvoud en populair-progressieve woordkeus.

'Een vulkaan is eigenlijk gewoon een mislukte berg'
- Drie keer raden

Leuk he lieverd, dat ik je in mijn verhalen altijd afschilder als een intelligent, ontwikkeld persoon. Ik schrijf louter de waarheid.

Samen met twee Hollanders uit het immer bruisende Wageningen, een Fransoos met een baard en een Spanjaard zonder Engels stappen wij bij onze gids in een flinke Jeep, die, zoals wij later tot onze grote vreugde ontdekken, is uitgerust met een bluetooth-radiosysteem, waardoor het mogelijk is om vanaf je telefoon deuntjes op te zetten en wij drie dagen lang kunnen genieten van Koen Radio, met chille deuntjes en epische klassiekers van onder andere U2, Lynyrd Skynyrd, Modest Mouse, Toto, Dire Straits, The Beatles en ook de onvergetelijke soundtrack van GTA San Andreas K-DST wordt compleet grijsgedraaid, want bestaat er betere muziek voor een roadtrip?

'You see I've been to the desert on a horse with no name
It felt good to be out of the rain
But in the desert, you can't remember your name
'Cause there ain't none for to give you no pain'

Dit muzikale paradijs op wielen bracht ons naar de meest bizarre bestemmingen. Zo belandden wij op de Salar de Uyuni, de op één na grootste zoutvlakte ter wereld. Dit zoutmeer is tien keer zo groot als onze geliefde provincie Utrecht, gevormd toen hier duizenden jaren geleden het meer opdroogde dat hier lag. Stel je voor: overal waar je kijkt zie je niets anders dan een witte ondergrond van zout, zout en nog meer zout. We rijden naar een eiland in het midden van de vlakte, bebost met cactussen van 6 meter hoog, en verbazen ons over het feit dat er met bordjes wordt afgeraden om de cactussen aan te raken gezien de prikkels op de cactussen groter zijn dan je hand. We maken super originele foto's en zijn stiekem jaloers op de mensen die in Uyuni een speelgoeddino hebben gekocht en dan een foto maken zodat het net lijkt alsof ze erdoor worden opgegeten want die dino's waren het meest verkochte object in dat durpje maar wij waren inmiddels twee volwassen mensen waarvan één met bijna een baan dus we gingen toch niet op de foto met een speelgoeddino, nee precies maar toen hadden we dus wel spijt want het zag er wel leuk uit maar we gingen wel zo'n leuke foto maken dat het net leek alsof Yael heel groot was en ik heel klein.

'Hasta manana, senor sol' (Tot morgen, meneer zon)
- De gids op de Salar de Uyuni

Wij brengen de nacht door in een hostel gemaakt van zout, met man en macht ingepakt in ontelbare lagen slaapzakken en dikke truien. De nachten zijn hier verschrikkelijk koud: de temperatuur daalt tot -15 graden. We voelen ons als twee ijsberen op de zuidpool: hoewel goed voorbereid tegen de kou geografisch gezien erg onverantwoord. Zodra wij vaarwel hebben gezegd tegen de zon, begint de strijd, die net als Game Of Thrones veel slachtoffers kent, en waarvan overleven tot de volgende aflevering voor velen het hoogst haalbare is. Het is als logeren bij Boer Mark in Boer Zoekt Vrouw: je denkt dat je een leuke tijd gaat beleven maar gedesillusioneerd keer je terug naar huis.

Met het rijzen van de zon keerde het leven terug in de barre hoogvlakte van zuid-west Bolivia. Rond een uurtje of zes ging de wekker, en na een miniontbijtje stapten wij de Jeep in, op zoek naar plekken die de wereld haast vergeten was. De eerste stop was een oud treinstation, met geroeste locomotieven en wagons, die ooit het zilver en de mineralen die hier werden gevonden naar de grote steden bracht. Het zijn kolossale metalen projectielen, prachtig gelegen in een woestijnachtige vallei, en in mijn verbeelding zie ik hoe het vroeger moet zijn geweest, cowboys en indianen, this is America. Vanaf hier reizen wij naar verschillende meren in alle kleuren van de regenboog, gelegen onder nog actieve vulkanen, en flamingo's vliegen af en aan. We zien rotsformaties die uit dromen lijken te zijn ontstaan, gooien sneeuwballen in de sneeuw en overal zijn de koude, woestijnachtige onherbergzame bergen van de Andes. Ik stel me voor hoe het zou zijn om geograaf te zijn, of een figuur als Charles Darwin, en als eerste Westerling voet te zetten in dit gebied, en er meer over te begrijpen dan dat die puntige berg er echt uitziet als een vulkaan dus dat dat er waarschijnlijk wel eentje is. We zien lama's en vossen en flamingo's en nog meer lama's en we herkennen ze aan hun grote bananenoren. Het is een schitterende dag die eeuwig lijkt te duren en die wat mij betreft nooit voorbij had hoeven gaan.

De nacht daarop is dankzij het verkeerd gevallen eten (of dankzij het feit dat de voedsel en warenautoriteit hier zijn onmogelijke taak maar heeft opgegeven) op zijn zachtst gezegd een niet zo prettige ervaring, en ik tel mijn zegeningen als het eenmaal ochtend is (lees: 4 uur) en deze nachtmerrie voorbij is. De kou is bitter en dringt door tot in het diepste van onze ziel, en wij ontwaken met het gevoel alsof Trump zojuist opnieuw tot president is gekozen.

De laatste dag is vanwege mijn niet zo relaxte maag een pittige ervaring, en de schoonheid van de geisers en meren dringt maar half tot mij door. Eenmaal terug in Uyuni ploffen wij gebroken maar voldaan in bed en in de warmte daar beleven wij de beste nacht van ons leven.

Na deze onherbergzaamheid is het tijd voor wat chillheid, en we pakken een busje naar het zuidelijk gelegen Tupiza, waar een sjiek hotel met zwembad op ons wacht, we lezen duizend bladzijden in ons boek, eten pizza en chillen als twee chillende chillers.

De volgende morgen worden wij door onze amigo Federico opgehaald om als ware cowboys op een peerd door de woestijn te rijden. We zetten een sombrero op ons hoofd en Ankie van Grunsven zou jaloers zijn op de skills die wij te paard te berde weten te brengen, in galop door de woestijn, condors boven ons hoofd, Lucky Luck in tweevoud, we zijn sneller dan onze schaduw.

Het eeuwige vervoersmiddel van Bolivia is de bus, en voor de mensen die nogal eens zeuren op de NS: denk aan de bussen in Bolivia, want de pijn en ellende die je hier meemaakt is zelfs in een overvolle treinreis Maastricht - Groningen niet te evenaren. De Boliviaanse busmaatschappijen staan bekend om de vele ongelukken die er gebeuren, en wij bidden dat de buschauffeur niet aan de alcohol zit, wat regelmatig voorkomt. Toen de Boliviaanse president een aantal jaar geleden een wet wilde invoeren waardoor betrapte dronken buschauffeurs nooit meer aan het werk konden, werd er landelijk door de buschauffeurs gestaakt, want hoe durft die man hen een goeie fles te ontnemen tijdens hun werk.

Nou één van deze verschrikkelijke rijdende doodskisten bracht ons dus naar Sucre, de mooiste stad die we tot nu toe hebben gezien. De Spanjaarden zijn hier flink tekeergegaan in het bouwen en hebben zowaar een mooie stad neergezet, met enorme Europese kloosters en kerken. De ontbijtjes zijn superlekker, we leren in musea over de van dictators doorspekte geschiedenis van Bolivia (brillensub!), en we doen een dagje mountainbiken in de heuvels in de buurt.

In het hostel in Sucre ontmoeten we een Chileen met een baard, die ons enthousiast maakt voor een aantal onmogelijk wilde avonturen, en de Chileen en zijn baard raden het ons aan om naar Coroico te gaan, een chilldorpje in de bergen, en om de Huayna Potosi te beklimmen, een gigantische reuzenberg van 6000 meter. Een klein stukje levensgeschiedenis van de man met de baard: vanaf het moment dat ik voor het eerst in mijn leven een berg zag is het mijn droom geweest om er één te beklimmen, écht beklimmen weet je wel, gezekerd aan touwen en met pikhouwelen, en de besneeuwde top te bereiken en uit te kijken over de wereld. Het idee voor één van de meest bizarre ervaringen uit mijn leven werd hier geboren. Zou ik Yaël kunnen overhalen om samen dit epische plan uit te voeren? Later in dit verhaal meer..

Opeens gooiden wij het over een andere boeg, want we hadden zin om de jungle in te gaan! En waar kon dat beter dan in het met hangmatten verrijkte dorpje Rurrenabaque, het allerlaatste plekje bewoonde wereld voor de grote befaamde Amazone, vanwaar menig durfal een bootje pakt, de met aapjes en krokodillen gevulde jungle in. Zoals de immer geliefde Lonely Planet het omschrijft: 'This is civilazation's last stand.' De busreis erheen was wederom de meest verschrikkelijke in ons leven, maar dat hadden wij ervoor over want we gingen wilde krokodillen zien!

'Oooohh, it's a crocrodrile!'
- De gids

Daar gingen we dan: drie dagen op een bootje de enorme jungle van de Amazone in. Omdat we de enige twee waren die bij dit tourbureautje hadden geboekt kregen we een privétour, met eigen kok en gids. Ook het hutje waar wij twee nachten zouden slapen was dus verder onbewoond, wat bij mij en mijn dappere reiscompagnon enige spanning teweegbracht aangezien er in de jungle dus jaguars, anaconda's en krokodillen woonden en het zou me niks verbazen als die lelijke dikke spinnen van Hagrid er ook zouden blijken rond te kriebelen, of zo'n hoe heet het, hippogrief ofzo.

Maar wat een supermooie dagen zouden het worden in het verboden bos. Met onze gids voeren wij rond op het bootje, de verschillende aftakkingen van de Rio Beni af, en de dieren koekeloerden misschien nog wel meer naar ons dan wij naar hen. Wij zagen meer dan honderd kaaimannen en alligators, waarvan sommigen vijf meter lang waren en er uit zagen alsof ze ons zo als toetje op zouden eten. De aapjes gluurden naar ons vanaf hun grote apenbomen en wij gluurden stiekem terug, een luiaard chillde rustig op zijn hoge tak en vogels vlogen in alle richtingen. 's Nachts werden wij gewekt door twee toekans die de besjes in de boom boven ons wel sappig vonden en de papegaaien kraaiden terwijl wij langsvoeren. Yaël toonde haar fishing skills door twee piranha's te vangen ('Wat moet ik er nu mee?!') en de laatste dag hielden wij een traditie in stand waarvan wij niet hadden gedacht dat wij hem zouden overleven: zwemmen met dolfijnen.

Hoe overleef ik: Zwemmen met dolfijnen, een survival guide in 7 stappen:
1. In het water van de rivier zwemmen leuke dolfijnen waar je mee kan chillen
2. In het water van de rivier zwemmen ook alligators en kaaimannen van vijf meter lang. Je ziet ze op 10 meter afstand langsdrijven met hun geniepige oogjes
3. De gids zegt: nu gaan we zwemmen
4. Je gaat zwemmen met de leuke dolfijnen
5. De kaaiman komt toch iets te dichtbij en ziet eruit alsof hij zin heeft om je op te peuzelen
6. Op aandringen van de gids ga je snel weer de boot in
7. Gefeliciteerd! Je hebt 'Zwemmen met dolfijnen' overleefd.

We pakken onze bucketlist erbij (zwemmen met krokodillen, check) en zien tot onze blijheid dat La Paz, de hoofdstad van Bolivia, een mooie en ook nog eens best wel cheape plek is om te paragliden! Precies: je vastbinden aan zo'n parachuteachtig apparaat en van een berg af springen. Nou dat blijkt dus best wel relaxed te zijn! Je hangt een beetje in de lucht, kijkt uit over de bergtoppen, kletst wat met de dude waar je aan hangt, eigenlijk hadden we het spannender verwacht. Die spanning die zou de komende dagen zeker komen.

Kleine aantekening
Al het eten in Bolivia is vies! Mogen we alsjeblieft een broodje kroket?

Huayna Potosí
Eenmaal terug in La Paz, de hoogstgelegen hoofdstad ter wereld en voorportaal van alles dat met bergen te maken heeft, maken wij plannen voor misschien wel de meest bizarre onderneming in ons leven tot nu toe: de beklimming van de Huayna Potosi, een gigantische reus van een berg met een hoogte van 6088 meter. Ter vergelijking: de Mont Blanc, de hoogste berg van de Alpen, is 4810 meter. Hoe hebben we het in ons hoofd gehaald om dit te gaan doen, en misschien wel een nog grotere vraag: hoe heb ik het voor elkaar gekregen dat Yaël met mij meeging? De antwoorden op deze vragen zijn privé en zullen daarom niet verkondigd worden in de openbaarheid van dit verhaal.

De beklimming zou drie dagen duren, inclusief een oefendag, waarin wij op een van de makkelijkere gletsjers de basics zouden leren van het gebruik van de uitrusting: zekeringen, de stijgijzers en de pikhouweel, en waarin wij konden wennen aan de hoogte, die ervoor zorgt dat het ademen ontzettend zwaar is en waardoor je continu hoofdpijn hebt, met geluk een lichte zeurende en met pech een enorm gebons in je hoofd. De tweede dag zouden wij klimmen naar het hogere kamp op 5200 meter hoogte, en de derde dag zouden we om 1 uur 's nachts opstaan voor de zes uur durende klim naar de top. We zouden begeleiding krijgen van een gids die 'basic English' zou spreken. De enige twee Engelse woorden die ik hem in drie dagen heb horen spreken waren 'si' en 'vamos', en de oplettende lezer zal opmerken dat deze woorden helemaal niet Engels maar Spaans zijn. Als wij op 5500 meter aan een verticale ijswand zouden hangen en hij zou ons vertellen dat er iets mis was, zouden we er niets van begrijpen. Ongeveer 40 procent van de mensen die het in hun hoofd halen om te proberen de top van de Huayna Potosi te bereiken, zou het niet halen en de blog over de beklimming die wij lezen om een beetje in te lezen heet: 'Never, never, never again!!' Klinkt als een prima plan, nu de uitvoering nog.

De oefendag verliep prima en het klimmen in het ijs is best wel leuk. Met touwen om je middel naar boven, een beetje hannessen met die pikhouweel en voor twee onwetende boefjes uit een land zonder bergen vond ik dat we het nog best aardig deden. De hoofdpijn viel mee en de hut was warm, slapen ging redelijk en we voelden ons prima uitgerust voor dag twee. Vertrouwen: ontzettend belangrijk voor het mentale deel van de voorbereiding. Inderdaad, dit werd een knap staaltje psychologische oorlogsvoering.

Op de tweede dag begon de strijd. Om de uiteindelijke beklimming van de top te ondernemen zouden wij een nacht moeten doorbrengen in een hut in het high camp op 5200 meter. De complete uitrusting á la 15 kilo moest dus in de rugzak mee naar boven, naast de paar kilo die we al aan kleren, water en eten mee hadden. Hoewel de afstand meeviel was de backpack dus redelijk zwaar, en het nemen van een stap kostte flink wat energie. Langzaam volbrachten wij onze weg naar boven, over flinke stenen en met een uitzicht waar je u tegen zegt, waar wij moe maar voldaan, en gelukkig zonder kleerscheuren aankwamen. Het avondeten was om 6 uur en om 7 uur zochten wij ons bed op, want om 1 uur 's ochtends stond de wekker voor de beklimming van de top. Elke minuut slaap was nu heilig, en de spanning begon er flink in te komen. De hoofdpijn viel nog mee, maar onze magen begonnen te protesteren tegen het eten op deze hoogte. Het gebruik van diverse pillen werd niet geschuwd, om onze kansen voor het behalen van de top te vergroten. Met spijt keek ik terug naar mijn door blessures gekenmerkte voetbalseizoen, waardoor mijn conditie verre van optimaal was. We zouden het ongelofelijk zwaar krijgen.

Ongelofelijk zwaar is een understatement, want holy shit de klim naar boven was niet te doen. In het donker, met onze lampen en pikhouwelen banjerend over de gletsjer begonnen wij stap voor stap aan een onderneming die ik zonder twijfel de grootste uitdaging van mijn leven kan noemen. Vanaf de eerste minuut moesten wij over het ijs, met touwen aan elkaar gezekerd zodat als één iemand naar beneden zou vallen, de anderen hem of haar konden opvangen en weer naar boven konden trekken. De pikhouweel bleek al snel onmisbaar op de stijle stukken, waar we stapje voor stapje naar boven klommen in het tempo van een schildpad met hoogtevrees.

Al snel sloeg de vermoeidheid toe. Elke stap was als het beklimmen van een hele trap, en ons tempo daalde en daalde met de minuut. Tien stappen, rust, tien stappen rust. Jaloers keken wij naar de andere klimmers, die van hun gids wél een pauze mochten nemen. 'Vamos', riep die van ons, zodra wij tien seconden namen om tevergeefs op adem te komen, 'uno minuto', hijgden wij, maar hij was onverbiddelijk. We moesten door, want in dit tempo zouden we het niet gaan halen voordat de zon opkwam, het ijs zou smelten en het zou levensgevaarlijk worden om terug te keren.

Enkele uren van keihard bikkelen later, na een pittig stijle beklimming die ons compleet de adem benam, begon de twijfel toe te slaan. Hoewel wij verwachtten dat de top nu redelijk in zicht zou moeten zijn, torende hij nog als een ongenaakbare kolos boven ons uit. De pauzes namen meer tijd in beslag dan het lopen, en meerdere malen dreigde de gids om terug te gaan, als wij niet door zouden lopen. En hier wil ik even een moment nemen voor het benoemen van de onverwoestbare mentale vermogens van mijn reiscompagnon, want ik zat er helemaal doorheen. De top leek nog uren ver weg en mijn benen weigerden dienst. Het touw waaraan wij verbonden zaten stond continu strak van de spanning, en de gids sleepte ons meer naar boven dan dat wij nog op eigen energie liepen. Ik kon niet meer, ik was helemaal op, en Yaël heeft mij nog nooit zo hard horen vloeken als op dat stuk beklimming van die verschrikkelijke berg. Als twee zombies liepen we. Mijn zicht was wazig, alles in mijn lichaam deed pijn en ademen ging niet meer. 'Ik kan niet meer', zei ik, of iets in die aard, want ik werd licht in mijn hoofd en ik begon te bazelen. Ik stond op het punt om op te geven. 'Come on Koen!' zei de gids. 'I can't carry it for you, but I can carry you!'
Nee dat zei hij niet helaas.
'Als jullie nog één keer stoppen met lopen gaan we terug', zei de gids. Toen was het voor mij klaar, ik was gebroken. Maar Yaël, die liep gewoon door, hoe idioot zwaar ze het ook had. Oke, tot het einde van dit stuk, dat vlakke stuk daar bij die twee lampjes, zei ik tegen mezelf. En tot de twee lampjes hield ik het op de één of andere manier vol. Stap voor stap.

Een gigantisch gevoel van geluk stroomde door mijn lichaam toen ik aankwam bij de twee lampjes, die van andere klimmers waren geweest, want ik besefte dat vanaf hier de laatste klim naar de top begon. Nog 200 meter naar boven, zei de gids, en hoewel dat op die hoogte nog steeds een enorme afstand was, leek de mentale barrière gebroken. Zouden we het misschien toch gaan halen?

Het stuk was stijl, ging bijna recht omhoog en met elke wankele stap was ik bang om naar beneden te donderen, de afgrond in. Het ijs was hard en de pikhouweel bleef meerdere keren niet goed zitten, waardoor ik op goed geluk naar boven klauterde, hopend dat mijn benen niet weg zouden glijden. Onder mij zag ik lampjes de andere kant op gaan: mensen die het hadden opgegeven en terugkeerden naar de hut. Stap voor stap gingen we verder, en opeens kreeg ik het besef dat we het gingen halen. Verzwakt door de intense vermoeidheid kwamen de tranen, en met een onbeschrijfelijk gevoel van geluk beklom ik de laatste meters. 'We gaan het halen!' riep ik naar Yaël, en mijn stem brak. Ook nu, een dag later, met de intense vermoeidheid nog in mijn benen, voel ik deze emotie nog in mijn lichaam.

Trillend klauterden wij de laatste meters, totdat wij opeens op de top stonden. Zes uur lang hadden wij geklommen, afgezien en gestreden, en nu stonden wij op meer dan zesduizend meter hoogte. De zon kwam op en verspreidde zijn licht over honderden besneeuwde bergtoppen onder ons, zonder twijfel het mooiste uitzicht dat ik ooit heb gezien, mooier dan elk uitzicht in Nieuw Zeeland, elk uitzicht in de Alpen, mooier dan het uitzicht vanaf de Domtoren in Utrecht. We hadden het gehaald. Tranen, verbazing, ongeloof. Gejuich van de gids, tijd voor een foto en felicitaties van andere klimmers.

Ja en dat vergeet je bijna maar je moet dus ook nog terug. Na 6 uur klimmen en het gevoel dat je benen geamputeerd zijn moet je nog zo'n 5 uur terug lopen naar beneden, waardoor je in totaal 11 uur op een dag gelopen hebt. Dat is best lang en ik zal jullie één ding vertellen: er werd weinig gelachen.

De laatste dagen van de reis gebruikten we om bij te komen, want deze onderneming was een flinke aanslag op onze lichamen geweest. In Arequipa boeken we een soort bejaardentour, die op het moment niet het meest bijzonder was maar die misschien eigenlijk wel goed getimed was. Een busje rijdt ons en de bejaarden rond door de Colca Canyon, we bezoeken samen met de bejaarden kerkjes, zwemmen samen met de bejaarden in warmwaterbronnen, zien samen met de bejaarden de reusachtige condors vliegen en bereiden ons samen met de bejaarden voor op de komende terugreis naar Nederland. Het einde van het avontuur was aangebroken, en hij zag dat het goed was.

JK Rowling had zeven boeken nodig voor Harry's pretpakket, GRR Martin is al 20 jaar aan het schrijven en Tolkien kreeg z'n werk helemaal nooit af. En ik? Ik schrijf lekker verder, met bestaande en niet bestaande woorden, en geniet van de reacties die ik van jullie krijg op het lezen van dit in meestal goedgehumeurde stemming geschreven gebabbel. Het was me weer een waar genoegen om jullie te berichten over dit avontuur: over het surfen in de Pacific, het sandboarden in de woestijn, het raften en mountainbiken naar Machu Pichu, het rijden op het peerd, het paragliden, het zwemmen met dolfijnen in de jungle en als kers op de slagroom op het toetje van de taart de beklimming van de Huayna Potosi, een van de mooiste ervaringen uit ons leven.
Dames en heren, jongens en meisjes, danku voor het lezen. Wij komen naar huis. See you soon.

  • 14 Augustus 2017 - 14:31

    Ingrid:

    Goed gedaan toppers! Ik doe het jullie niet na. En ook erg leuk geschreven Korn!

  • 14 Augustus 2017 - 15:04

    Hidseflits:

    Alle referenties die je wilt in één verhaal: Boer zoekt vrouw, Darwin, Trump, Ankie van Grunsven en Game of Thrones.


  • 14 Augustus 2017 - 15:07

    Hidseflits:

    Whoops, iets te snel ge-entered. Wat een fantastisch avontuur die bergbeklimming!
    Goede reis naar NL - droom alvast onderweg van een McKroket.

  • 14 Augustus 2017 - 15:11

    Carla:

    Wat een tocht.........ik heb er geen woorden voor!!

  • 14 Augustus 2017 - 15:51

    Marion :

    Wauw, wat een ervaringen en zo enthousiast geschreven; maar...komen jullie nu maar weer gewoon naar huis!

  • 14 Augustus 2017 - 17:08

    Frederieke:

    Wooow super tof koen! Mega knap van jullie. Kijk uit naar je live verslagen tijdens het bammers etentje!

  • 14 Augustus 2017 - 17:48

    Mieke:

    Prachtig verhaal, heel bijzonder. Ben blij dat ik niet alles wist van tevoren en o zo blij dat jullie er woensdag weer zijn

  • 14 Augustus 2017 - 23:38

    Koen:

    Haha dankjewel jongens!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Koen

Nu samen naar Zuid-Amerika!

Actief sinds 26 Jan. 2015
Verslag gelezen: 1822
Totaal aantal bezoekers 10847

Voorgaande reizen:

15 Juni 2017 - 16 Augustus 2017

Zuid-Amerika en New York !

27 Januari 2015 - 26 April 2015

New Zealand!!!

Landen bezocht: